Karl Pearson, ontwikkelde theorieën van wiskundige statistiek in het begin van de vorige eeuw. De ‘wetmatigheid’ die zijn naam draagt is (verkort) ‘Wanneer prestaties gemeten worden, verbeteren ze’. Uiteraard werkt dit alleen bij het rapporteren van de metingen en het gebruikt van de conclusies voor verbeteringen.
Dit lijkt uiteraard veel op ‘meten is weten’. Zodra je gekwalificeerd (meetbaar) weet hoe je presteert dan heb je daarmee de basis om verbeteringen door te voeren. Dit is weer de gedachte uit de Six Sigma wereld voor verbetering van processen.
- Voordeel: Wanneer je weet onder welke condities iets goed of fout gaat, dan kan je daarmee de kwaliteit van een proces beheersbaarder maken.
- Nadeel: Te veel vertrouwen op meten veroorzaakt mechanische bijsturing waarbij het begrijpen van onderliggende oorzaken tekort kan schieten door o.a. een gebrek aan transformerende creativiteit. Intuïtie, wijsheid en onderbuikgevoel hebben ook een functie! Managers meten en sturen, Leiders bepalen de richting op inzichten.
In termen van Persoonlijke Groei (PG), als je weet welke aspecten van je gedrag verbetering behoeven dan kan je die aspecten aanpakken. Maar van alleen turven wordt je niet beter. Doelen stellen, eerlijke conclusies trekken, feedback accepteren en bescheidenheid zetten meer zoden aan de dijk dan bv. turven hoe vaak je tijdens de dag ‘dankbaar’ bent geweest.
De Hack:
‘Meten is weten’ heeft soms zin. Houdt eens bij hoe vaak je positieve of negatieve emoties hebt gedurende de dag. Het doel is uiteraard om meer positiviteit te vinden, maar van het analyseren van de redenen van bv. boosheid of onvrede geeft je meer inzicht in de processen die je stemming bepalen.